Optimaliseering Nederlandse telefoonnet per 11 november 1995 (decibeldag)
================================================================== -----Oorspronkelijk bericht----- Van: Bender, WF (ovn oer field operations) Verzonden: woensdag 19 oktober 2005 16:40 Aan: Bender, WF (ovn oer field operations) Onderwerp: Fw: Nummerplanning [decibel oktober 1995] ---------- Waarom een nieuw telefoonnummerplan? Door: Jeannette Nugter In dit artikel wordt niet ingegaan op de campagnes, noch op de technische voorbereidingen op het gebied van infrastructuur en informatiesystemen binnen ptt Telecom die nodig zijn voor de invoer van een nieuw nummerplan in Nederland. De aandacht zal uitgaan naar de tot nu toe enigzins onderbelicht gebleven redenen van deze omvangrijke wijziging en in het bijzonder het belang van een goed nummerplan voor de steeds groeiende telecommunicatie markt in Nederland. Op 10 oktober 1995 wordt in Nederland een nieuw 10-cijferig nummerplan ingevoerd. Nederland neemt hiermee geen uitzonderingspositie in: Ook andere landen hebben soortgelijke plannen of hebben reeds een grootschalige nummerwijziging achter de rug. Zo zijn op Eerste Paasdag ( 16 april, 1995) de nummers in Engeland veranderd, heeft Noorwegen in 1992 een wijziging doorgevoerd, Turkije in 1993 en wordt momenteel zowel in Duitsland als in Frankrijk gewerkt aan een wijziging die nog voor het einde van deze eeuw zal worden ingevoerd. Het is niet echt mogelijk de specifieke nationale wijzigingen met elkaar te vergelijken: in theorie zijn er namelijk meerdere nummerplanstructuren mogelijk. Bovendien zal het bestaande nationale nummerplan altijd van invloed zijn op de uiteindelijke keuze: immers, hoe minder ongemak de wijzigingen voor de abonnees betekenen, hoe beter. De achterliggende redenen vertonen wel degelijk gelijkenis, zeker binnen de Europese Unie. De belangrijkste gemeenschappelijke reden is gelegen in de omvangrijke groei van telecommunicatie in de afgelopen decennia. Behalve dat veel meer huishoudens dan voorheen over een telefoonaansluiting beschikken, heeft de ontwikkeling van nieuwe telecommunicatiemogelijkheden geleid tot een groter beslag op telefoonnummers. De opkomst van de fax, en dus van het faxverkeer, is een voor de handliggend voorbeeld. Maar op zoveel meer plaatsen spelen telefoonnummers een rol zoals bij datacommunicatie, meet- en meldingsapparatuur (waterstandsmetingen, snuffelpalen, beveiligings apparatuur) en betaalautomaten. Overal waar een telecommunicatieverbinding nodig is, is in beginsel ook een (telefoon)nummer nodig. De van oorsprong alleen op spraakverkeer ingestelde nationaal ontwikkelde nummerplannen bereiken daarmee de grenzen van hun capaciteit. Een andere gemeenschappelijke reden is gelegen in de liberalisering van de telecommunicatiemarkt. Er komen steeds meer spelers op de telecommunicatiemarkt. Vanzelfsprekend hebben deze spelers ook nummers nodig om hun klanten aansluitingen te kunnen bieden. Naast deze gemeenschappelijke redenen zijn er toch ook, binnen de diversiteit van de gekozen nummerplanstructuren, gemeenschappelijke op lossingen en tendensen aan te wijzen. Een duidelijk voorbeeld betreft de introductie in vele landen van 'free phone'-diensten onder een 0800-nummer en, binnen de eu, de invoering van het Europees alarmnummer 112. De geschiedenis van het plan: De geboortedatum van het telefoonverkeer in Nederland is te traceren op 1 juni 1881, vijf jaar nadat Alexander Graham Bell het eerste telefoongesprek in de geschiedenis voerde. Op deze datum startte in Amsterdam een klein telefoonnet. Nederland was hiermee een van de koplopers in Europa. Het opbouwen van een verbinding gebeurde handmatig door tussenkomst van een telefoniste. Geleidelijk ontstond op meer plaatsen in Nederland de mogelijkheid om te bellen. Dit waren ech ter nog steeds lokale netten. Ook interlokaal verkeer was daardoor slechts mogelijk door tussenkomst van de telefoniste. Er bestonden in die tijd dan ook nog geen netnummers: men vroeg eenvoudigweg een gesprek aan met abonneenummer xxx in Utrecht. Heden ten dage zien we deze wijze van telefoneren nog (gedeeltelijk) terug in het belverkeer met die landen waarmee niet rechtstreeks kan worden gebeld. In 1930 werd de eerste centrale geautomatiseerd: de handelingen van de telefoniste werden vervangen door de Elektro Mechanische centrale (em-centrale). Tevens werd een begin gemaakt met het koppelen van de diverse lokale telefoonnetten. Hierdoor werd het noodzakelijk de verschillende lokale netten van een eigen nummer te voorzien. De centrale moest immers kunnen 'begrijpen' waarheen een verbinding moest worden opgebouwd. De invoering van netnummers was hier mee een feit. Bij het toekennen van netnummers aan centrales is indertijd geprobeerd een zekere geografische betekenis aan de netnummers mee te geven: zo beginnen de netnummers van steden en dorpen rondom Utrecht (030) ook met 03 (voorbeeld: Hilversum 035, De Meern 03406). Met de groei van het telefoonverkeer kon deze ordening echter niet consequent worden doorgevoerd: een duidelijk voorbeeld is het netnummer van Den Haag (070) midden in een gebied waar de rondomliggende netnummers beginnen met 01. Toch is een stukje geografische bekendheid wel behouden gebleven. Men weet veelal dat 020 het netnummer van Amsterdam is, 010 het netnummer van Rotterdam, etcetera. Vandaag de dag kent Nederland 1046 netnummergebieden en daarmee eenzelfde aantal netnummers. Het gehele net is sinds 1930 geautomatiseerd en sinds eind vorig jaar (1994) is het verkeer tussen centrales zelfs geheel gedigitaliseerd: De laatste em-centrale is in december 1994 vervangen. Het aantal aansluitingen is gegroeid tot meer dan acht miljoen. De verschillende combinaties van net- en abonneenummer van dit zogeheten 'vaste' net worden gebruikt voor spraakverkeer, faxverkeer, dataverkeer en isdn. Tevens wordt aan de hand van deze nummerstructuur het tarief bepaald. De afgelopen decennia hebben de ontwikkelingen in de telecommunicatie, de wensen van de markt en internationale afspraken geleid tot tussentijdse wijzigingen van en in gebruikname van nieuwe combinaties binnen het bestaande nummerplan. Zo bestond vóór 1984 alleen voor ptt Telecom de mogelijkheid om gratis nummers voor bepaalde diensten aan te bieden. Hiervoor werd de 00x-reeks gebruikt (een bekend voorbeeld is 008). Maar ook marktpartijen wilden de mogelijkheid hebben hun klanten een gratis nummer te bieden. Tevens wilde men via de telefoon diensten aan kunnen bieden waarvoor een hoger tarief berekend kon worden dan op grond van de net- en abonneenummerstructuur het geval zou zijn. Daarnaast ontstond de mogelijkheid voor draadloos verkeer: de invoering van autotelefonie en semafonie zijn hier duidelijke voorbeelden van. Het tot dan toe gehanteerde nummerplan, met zijn vaste net- en abonneenummer structuur gekoppeld aan tariefgebieden, bood aan beide ontwikkelingen geen plaats. Hiervoor moesten andere nummers worden 'gevonden' . Er is toen besloten zowel draadloos verkeer als speciale spraakdiensten (gratis, koop en tarief) in de nog niet in gebruik zijnde 06-reeks onder te brengen. Door het openstellen van de 06-reeks voor deze vormen van verkeer werd ook een stukje dienstherkenbaarheid aan de nummers gegeven. Het merendeel van de mensen in Nederland weet dat wanneer een nummer begint met 06, er geen sprake is van een 'gewoon' nummer, van een 'gewone' spraakdienst. Het is minder bekend dat binnen de 06 -reeks nog een verdere herkenbaarheid is aangebracht: mobiele nummers beginnen namelijk altijd met 065, de gratis nummers altijd met 06-0 of 06 -4, en koop- en tariefnummers altijd met 06-3. Wereldwijd werd ondertussen afgesproken dat mettertijd overal één en hetzelfde internationale toegangsnummer zou worden ingevoerd: 00. In Nederland werd 09 als internationaal toegangsnummer gehanteerd, omdat 00 in gebruik was voor de gratis diensten van ptt Telecom (tijdmelding, inlichtingen telefoonnummers). Om aan deze internationale afspraak te kunnen voldoen zijn eerst de 00x-diensten 'verhuisd' naar de 06-reeks ( 1 januari 1993). Vervolgens kon op 1 januari 1994 00 worden ingevoerd als internationaal toegangsnummer. 09 is op 1 juli van dat jaar definitief buiten gebruik gesteld. Naast bovenstaande ontwikkelingen bleek de capaciteit van de beschikbare nummers voor het 'gewone' telefoonverkeer niet overal toereikend. Reden waarom in diverse netnummergebieden de lengte van het abonneenummer werd uitgebreid. Zo is in bijvoorbeeld Amsterdam, Den Haag en Rotterdam een extra, zevende cijfer aan het abonneenummer toegevoegd. Bovenstaande samenvattend ziet het huidige Nederlandse nummerplan er als volgt uit: 1 De 'gewone' telefoonnummers, de fax- en de isdn-nummers (zogenaamde geografisch gebonden nummers) bestaan altijd uit een net- en een abonneenummer. De in gebruik zijnde netnummers beginnen met 01, 02, 03, 04, 05, 07 of 08 en zijn minimaal drie en maximaal vijf cijfers lang, waarbij de lengte van de abonneenummers varieert tussen minimaal drie en maximaal zeven cijfers. 2 De nummers van autotelefonie en semafonie (zogenaamde mobiele of niet-geografisch gebonden nummers) beginnen met 065. 3 De gratis diensten (zogenaamde 'free phone' of 'groene' nummers) beginnen met 06-0 of 06-4, de koop- en tariefnummers (zogenaamde 'pre mium-rate' nummers) met 06-3. 4 Het internationale toegangsnummer is 00. 5 Er zijn geen nummers die met 09 beginnen. Hoewel de meeste mensen zich van bovenstaande indeling niet bewust zullen zijn, wordt onbewust toch veel informatie uit het nummer afgeleid: · tariefinformatie (binnenbasis, internationaal, autotelefoon, gratis); · geografische informatie (020 is Amsterdam); en · dienstinformatie (groen nummer, internationaal, semafoon). Recente ontwikkelingen Tot nu toe bleken de ontwikkelingen in telecommunicatieland vrij goed in te passen in het bestaande nummerplan. Recente ontwikkelingen maakten echter een structurele herbezinning noodzakelijk: Groeiende behoefte aan telefoonnummers In het verleden is in Nederland steeds op een ad -hoc wijze de behoefte aan extra nummercapaciteit ingevuld. Zoals hierboven reeds beschreven, is dit gebeurd door waar nodig een extra cijfer voor het abonneenummer te plaatsen. De grote vraag naar telecommunicatiediensten (en dus naar telefoonnummers) leidt er echter toe dat zonder maatregelen op korte termijn (medio 1996) op een groot aantal plaatsen in Nederland een capaciteitstekort zal ontstaan. Een duidelijke stimulans om eens over een structureel 'groter jasje' te gaan denken. Europees alarmnummer Binnen de Europese Unie (eu) is ook een interesse voor telefoonnummers ontstaan. Dit is niet zo verwonderlijk. Immers, het bestaan van voldoende telefoonnummers is een conditio sine qua non voor een onbelemmerde groei van de telecommunicatiemarkt. Ook de nummerplanstructuur heeft de aandacht getrokken. Zo speelt men bijvoorbeeld met de gedachte de landennummers binnen de eu te vervangen door één 'Europees' landennummer. Op korte termijn is een dergelijke wens echter zeer moeilijk te realiseren. Een andere wens heeft betrekking op de introductie van Europese telefoondiensten, dat wil zeggen diensten die voor de gehele eu onder hetzelfde nummer worden aangeboden en die overal dezelfde soort informatie verschaffen en/of dezelfde dienst aanbieden. Op dit moment bestaat er concreet overeenstemming over één zo'n Europese dienst, te weten het Europees alarmnummer 112. 112 zal de huidige nationale alarmnummers binnen de eu hetzij gaan vervangen, hetzij parallel daaraan gaan bestaan. Het voordeel voor de Europese consument is duidelijk: waar je ook bent in de eu, 112 leidt altijd tot de plaatselijke alarmdienst. Dit is met name bij noodsituaties in het buitenland een prettige gedachte. Het Europees alarmnummer dient 31 december 1996 te zijn ingevoerd. Alleen Spanje heeft uitstel op deze invoeringstermijn gekregen, dit in verband met de staat van automatisering van het Spaanse telefoonnet. Over andere Europese diensten, bijvoorbeeld een Europees weermeldings- of tijdsmeldingnummer (uiteraard wel met regionale informatie), is nog geen overeenstemming bereikt. Wel is duidelijk dat daarvoor ook de 1xx reeks zal worden gebruikt. De invoering van een 1xx reeks is in de Nederlandse nummerplanstructuur niet zonder meer mogelijk. Het huidige alarmnummer is immers in de 06-reeks ondergebracht. Bovendien zou de invoering van een dergelijk nummer op abonnee nummerniveau tot fout kiezen kunnen leiden. Een risico wat gezien het belang van een dergelijk nummer niet aanvaardbaar is ('iedere seconde telt'!). Liberalisering van de markt Uiterlijk 1 januari 1998 wordt ook de markt voor gewone telefonie (spraakdiensten) geliberaliseerd. De komst van meerdere aanbieders betekent een extra vraag naar telefoonnummers. Immers, de toekomstige concurrent van ptt Telecom zal nummers nodig hebben om zijn diensten aan te kunnen bieden. De Nederlandse overheid heeft derhalve ptt Telecom de opdracht gegeven extra nummercapaciteit te creëren om in de te verwachten behoefte naar nummers op een geliberaliseerde markt te kunnen voldoen. 0800/0900-diensten De toenemende internationalisering van de telecommunicatiemarkt leidt behalve tot meer concurrentie ook tot meer harmonisatie. Dat is ook een noodzakelijk vereiste: de diverse telecommunicatie-infrastructuren zullen met elkaar moeten kunnen 'praten' om (inter)nationaal verkeer mogelijk te maken. Naast technische harmonisatie treft dit ook nummers. In de Verenigde Staten zijn in een vroeg stadium de 'free phone'-diensten in een 0800-reeks gepositioneerd. Deze Amerikaanse standaard is internationaal een begrip gaan vormen en verovert nu langzamerhand de wereld. Zo heeft de International Telecommunications Union (itu) onlangs het besluit genomen een 'global free phone'-nummer te introduceren: dit betekent dat bedrijf x zo'n nummer kan kiezen, dit nummer wereldwijd kan positioneren en uiteraard wereldwijd onder dit nummer bereikbaar zal zijn. De daadwerkelijke introductie van zo'n global free-phonenummer zal nog wel even op zich laten wachten. Op nationaal niveau echter gaan al steeds meer aanbieders van telefoondiensten er toe over een 0800-reeks te introduceren voor nationale free-phonediensten. En voor gebruik binnen Europa heeft ptt Telecom onlangs het Europees 800-nummer geïntroduceerd. Koop- en tarief nummers worden veelal uitdrukkelijk in een andere reeks gepositioneerd ( 0900), om verwarring voor de consument te voorkomen. Ook in Nederland is door marktpartijen de wens geuit om 0800/0900-diensten te kunnen aanbieden. Een eerste reden is uiteraard gelegen in het feit dat 0800-nummers in steeds meer landen worden ingevoerd. Een tweede reden is dat de huidige positonering binnen de 06-reeks tot onduidelijkheid bij de beller leidt: zoals reeds eerder beschreven weet de consument vaak wel dat een nummer dat begint met 06 een ander soort nummer is, maar daarmee houdt het inzicht vaak op. Het nieuwe Nederlandse nummerplan per 10 oktober 1995: De zojuist geschetste ontwikkelingen vormden uiteraard de eerste vier criteria waaraan een nieuw te ontwikkelen nummerplan zou moeten voldoen: 1 het scheppen van een nummervoorraad die past bij de te verwachte groei van de telecommunicatiemarkt (inclusief de vraag naar nummers ten gevolge van de introductie van nieuwe diensten); 2 de verplichte introductie van 112 en mogelijk andere Europese diensten (11x of 1xx) 3 de komst van concurrentie; en 4 de marktvraag naar een duidelijk herkenbare free phone en premium-rate nummerreeks (0800/0900) en daarmee tevens de marktvraag naar duidelijk herkenbare 'mobiele' nummers. Drie andere belangrijke eisen waren dat: 5 de invoering van nieuwe nummers niet van in vloed mocht zijn op de tariefstructuur, dat wil zeggen dat een telefoongesprek van a naar b niet opeens meer (of minder) mag gaan kosten vanwege het feit dat de nummers veranderen (tariefneutrale invoering); 6 de nummerwijziging zo 'logisch' mogelijk moest zijn om verwarring bij de klant te minimaliseren; en 7 de tariefstructuur voor de klant duidelijker her kenbaar zou worden. (Uiteraard was en is het tevens een randvoorwaarde dat de klant maximaal wordt ondersteund bij de overgang van het oude naar het nieuwe nummerplan. Deze randvoorwaarde valt echter buiten het bestek van dit artikel) De structuur van het nieuwe nummerplan Na een uitgebreide studie van de diverse mogelijk heden en de gemaakte keuzes in andere landen en na overleg met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en met diverse belangenorganisaties, is uit eindelijk gekozen voor een gefaseerde aanpak. Niet alle randvoorwaarden zijn namelijk tegelijkertijd te realiseren: zo is de introductie van 112 pas (veilig) mogelijk wanneer er geen abonneenummers meer bestaan die beginnen met het cijfer één. En een soepele invoering van 0800 vereist dat er geen netnummers meer zijn die beginnen met 08. Daarom worden éérst de nummers van de geografisch ge bonden diensten gewijzigd. Pas daarna kan 112 worden ingevoerd en kunnen bijvoorbeeld 0800/0900-diensten worden geïntroduceerd. De wijziging van de geografisch gebonden nummers vindt plaats op 10 oktober 1995 aanstaande. Concreet betekent dit dat de volgende wijzigingen worden aangebracht: 1 het aantal netnummergebieden wordt teruggebracht van 1046 tot 141; waarbij 2 de net- en abonneenummers zullen gaan bestaan uit óf een drie-cijferig netnummer met een zeven-cijferig abonneenummer óf een vier-cijferig netnummer met een zes-cijferig abonneenummer. Tevens: 3 worden tegelijkertijd de netnummers die beginnen met 08 omgenummerd; evenals 4 de abonneenummers die beginnen met het cijfer één, zeven, acht of negen; en ten slotte zal 5 het nieuwe abonneenummer altijd bestaan uit het oude abonneenummer met één of meer cijfers ervoor geplaatst. Ad. 1 141 netnummergebieden Door het aantal netnummergebieden terug te brengen van 1046 tot 141 wordt extra nummercapaciteit gerealiseerd. Een teruggang naar een kleiner aantal is niet mogelijk doordat anders het uitgangspunt van een tariefneutrale invoering verloren zou gaan. (Nederland kent 141 zogenaamde tariefgebieden). Tevens schept de vermindering van het aantal netnummers een duidelijker beeld van de tariefstructuur: wie in het gebied van een bepaald netnummer woont, kan met iedereen in dat gebied telefoneren voor het binnenbasistarief. Maar het binnenbasisgebied is groter dan het eigen netnummergebied: in het algemeen geldt het binnenbasistarief ook voor de gebieden die grenzen aan het eigen netnummergebied. Minder netnummergebieden betekent dat een duidelijker overzicht kan worden gegeven van het gehele binnenbasisgebied. Ad 2 Structuur net- en abonneenummer Een vaste structuur van net- en abonneenummers RESERVE (3+7 of 4+6) levert eveneens meer capaciteit. (Overigens betekent deze nieuwe structuur dat de telefoonnummers in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Almere, Almelo, Woerden en Vriezenveen niet wijzigen: deze nummers gebruiken reeds de nieuwe structuur.) Ad 3 Leegmaken 08-reeks Het leegmaken van de 08-reeks schept ruimte om in een later stadium 0800-nummers te kunnen introduceren. Ad 4 Geen abonneenummers meer die beginnen met één, zeven, acht of negen Door het omnummeren van abonneenummers die beginnen met het cijfer één wordt de mogelijkheid geschapen volgend jaar 112 in te kunnen voeren. Tevens is dan ruimte gecreëerd voor mogelijke andere Europese diensten (11x of 1xx). Door de cijfers zeven, acht en negen vrij te maken, wordt het mogelijk, indien noodzakelijk, snel en eenvoudig extra nummercapaciteit te scheppen door integraal voor alle abonneenummers in Nederland één van deze drie cijfers te plaatsen (overigens zal de acht nog wel voorkomen in Almelo, Woerden en Vriezenveen). Het is op dit moment niet de verwachting dat een dergelijke wijziging in de nabije toekomst werkelijkheid zal worden. Met de nieuwe voorraad nummers kan Nederland in beginsel de eerstkomende tien tot vijftien jaar vooruit. Ad 5 Oude nummer deel van nieuwe nummer Doordat het nieuwe abonneenummer altijd bestaat uit het oude abonneenummer met één of meerdere cijfers ervoor, blijft het eigen nummer herkenbaar. De overgang naar de nieuwe geografisch gebonden nummers start zoals gezegd op 10 oktober 1995. Vanaf die dag kunnen de nieuwe nummers worden gebeld. De oude nummers blijven nog gedurende zes maanden (tot 10 april 1996) 'in dienst'. Deze periode van 'dubbele bereikbaarheid' is noodzakelijk om het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen de noodzakelijke technische aan passingen door te kunnen doorvoeren zonder on bereikbaar te worden. Na 10 april 1996 zal er nog gedurende één maand van melderbandjes gebruik worden gemaakt. Daarna is het definitief afgelopen: belt men dan nog een oud nummer, dan hoort men de informatietoon. Pas na dit moment kan de nieuwe voorraad nummers ook daadwerkelijk worden gebruikt en kan worden begonnen met de invoering van zowel het Europees alarm nummer 112 als de 0800/0900-nummers. Voor beide (112 en 0800/0900) zal uiteraard een migratiepad worden gevolgd: 06-11 zal een tijdje parallel naast 112 bestaan, de 06-0, 06-4 en 06-3-nummers zullen eveneens een tijd parallel aan de nieuwe 0800/0900-nummers bestaan. Uiteindelijk zal het nieuwe Nederlandse nummerplan er dan uitzien als weergegeven in figuur 1. Tot slot Met de invoering van het nieuwe nummerplan zal de discussie over nummers beslist niet afgelopen zijn. Op het moment dat concurrentie ook op spraak wordt ingevoerd zal immers door de overheid een uitspraak moeten worden gedaan hoe de extra gecreëerde nummerruimte te verdelen over de diverse aanbieders. Vanuit de markt zal daarenboven worden gevraagd naar nummerportabiliteit, dat wil zeggen de mogelijkheid om van aanbieder a naar aanbieder b te switchen met behoud van het eigen nummer (dit is op dit moment overigens technisch nog niet te realiseren). In een geliberaliseerde omgeving zullen telefoonnummers hoe langer hoe meer worden beschouwd als strategische 'assets', evenals de onderliggende nummerplannen. ----------------------------------------------------------------------
Reacties
Een reactie posten